maandag 27 februari 2012

Open Design


Tijdens mijn zoektocht naar open source projecten die aansluiten bij het experiment Kinderboek 3.0 stuitte ik op het principe van open design. Over deze beweging is een boek geschreven; Open Design Now (Bis Publishers, 2011). Dit is een samenwerkingsproject van Creative Commons, Premsela en Waag Society. Het boek is onderdeel van een dynamisch geheel. Met input van verschillende mensen is er gekozen voor een selectie artikelen die met terugwerkende kracht op de website getoond worden. Tot 12-12-'12 is de site vrij toegankelijk en zal het hele boek uiteindelijk online staan. Hier zien wij interessante voorbeelden van open source projecten zoals ikeahackers en Fab Labs. De laatstgenoemde zijn vrij toegankelijke werkplaatsen waar men onder andere 3d printers, lasercutters kan gebruiken. De komst van de 3d printer zorgt voor nieuwe mogelijkheden zoals downloadable design. Op thingiverse kunnen ontwerpen gedeeld worden zodat anderen het product kunnen uitprinten. Ontwerpen delen is een lastige kwestie in verband met copyright. 3d printen leent zich erg goed voor gebruiksvoorwerpen, gezien het feit dat daar over het algemeen geen copyright op rust. Door de komst van de deelcultuur wordt er steeds meer gekeken naar nieuwe manieren om met copyright om te gaan. De komst van open design betekent een belangrijke verschuiving die van toepassing is op meerdere sectoren. Zo publiceerde Waag Society een magazine over toepassingen binnen de zorg. Ontwikkelingen als deze wijzen op een onmiskenbare revolutie op globaal niveau in onze manier van communiceren, (samen)werken en het realiseren van projecten.

vrijdag 24 februari 2012

13.02.12

© www.sirillustratie.com
Maandagavond bezocht ik samen met mijn medestudenten Seats2Meet in Tilburg. Er werd ons bewust gemaakt van nieuwe manieren van werken. Naast de al bekende flexplekken kan Twitter worden ingezet om met klanten te communiceren en je diensten aan te passen naar hun wensen. Virtual reality wordt ingezet als leeromgeving. Dit kan een grote omschakeling in het onderwijs betekenen. Wat we nu huiswerk noemen wordt straks onder begeleiding van een docent gedaan en het opdoen van kennis kan thuis, in een virtuele leeromgeving. Werkvormen veranderen. Na de industrialisering, automatisering en internet is het nu tijd voor digitalisering.
Na de woordvoerder van S2M Tilburg was Barry Spooren van Incubate aan de beurt. Hij vertelde zeer geïnspireerd over de werkwijze van Incubate. Ik was er van op de hoogte dat zij veel werkten met input van buitenaf, maar dat bijna alles omtrent het festival open source is was nieuw voor mij. Van financiering tot programmering. Het inspireert mij om te horen dat er op zo'n open manier gewerkt kan worden. Het principe klinkt heel logisch; het bundelen van de kracht, samen kun je meer bereiken. Incubate maakt gebruik van het social festival model. Dit is gebaseerd op Wikinomics' How Mass Collaboration Changes Everything. Het gaat erom zo veel mogelijk mensen te betrekken bij de organisatie zodat er efficiënter gewerkt kan worden. Dit model is onder licentie bij creative commons, waar ik kort over schreef in een vorige blog.
Met The A-team als voorbeeld toonde Spooren een model waarin vier verschillende stijlen van leiderschap getoond worden. Hier gaat het om de combinatie behoudend, verstorend en formeel en informeel. In een blokkenschema levert dit vier soorten leiders op. Waarvan de laatste - Murdock - verstorend en informeel, getypeerd zou kunnen worden als 'de mafketel'. Zijn ideeën zullen vraagtekens oproepen maar hij zorgt wel voor verandering! Om vernieuwend te blijven is het goed om een 'Murdock' in het team te hebben. In de meest ideale situatie zijn alle vier de stijlen vertegenwoordigd binnen een organisatie. (Spooren, 13-2-'12)
Het bezoek bij S2M inspireerde Iris de Snaijer en mij om een project te starten. Een open source kinderboek. Waarschijnlijk komen we nog met een passende naam, laten we het voor nu Kinderboek 3.0 noemen. Wij zullen de aanzet geven voor een boek, kinderen kunnen hierop reageren en bewerken. De input van de kinderen zullen wij verwerken in het verhaal. Wat er kan ontstaan is verschillende versies van een verhaal, of we kunnen de input verwerken zodat er een verhaal ontstaat. Ik ben op zoek naar soortgelijke projecten maar tot nu toe is mijn zoektocht niet succesvol. Wel zijn er interactieve kinderboeken zoals Fundels of apps te verkrijgen. Naast het feit dat ons project experimenteel is kan de input van de kinderen waardevol zijn om te zien wat kinderen van ene bepaalde leeftijd willen lezen, zien en gebruiken. Welke vorm dit gaat aannemen laten wij open. Meer lezen over dit idee?
Op deze blog zal ik verschillende open source projecten tonen. Deze input kunnen wij gebruiken om ons experiment voort te zetten. Uiteraard zal ik berichten over de voorgang van het project! Laat het me weten als je ideeën hebt over Kinderboek3.0 of bekend bent met soortgelijke projecten.

Presentatie Barry Spooren 13-2-'12, Seats2Meet, Tilburg.

maandag 13 februari 2012

06.02.12

© www.sirillustratie.com
Het internet is een voedingsbodem voor open source projecten. Het delen van kennis is makkelijker dan ooit, het www lijkt grenzeloos te zijn. Weinig beperkingen betekent meer mogelijkheden.De Franse filosoof Deleuze beschrijft een open structuur als de 'rhizome'. Dit is een wortelstok van een knol die wortel heeft geschoten. De structuur van wortels wordt gebruikt als metafoor voor een model waarin alle uiteinden met elkaar worden verbonden en er een oneindige structuur van verbindingen ontstaat. Deze term wordt gebruikt in de literatuurwetenschap in verband met postmoderne literatuur, waar grenzeloosheid vaak centraal staat (uit: Nieuwsgierigheid, R. van der Horst, 2007). De grenzeloosheid van het internet wordt duidelijker wanneer men kijkt naar beelden waarin het internet gevisualiseerd is. Een warboel van vertakkingen die zich steeds verder ontwikkelt is een duidelijke overeenkomst met de 'rhizome'. Meer gebruikers betekent een hogere complexiteit en het delen van meer kennis. "Elke nieuwe computer maakt het internet rijker en intelligenter. 
De virtuele wereld wordt steeds groter en begint door te dringen in de realiteit. Nu ben ik van mening dat de term virtuele wereld duidt op iets onwerkelijks zoals een nabootsing of een hologram. Daarom denk ik dat deze term de lading niet dekt. Nu internet doorsijpelt in ons dagelijks bestaan verandert ook de rol hiervan. Je kunt het niet meer bekijken als een venster naar een irrealiteit. Misschien moeten wij niet meer spreken over het internet als een apart gegeven maar eerder de term interrealiteit gebruiken; “een hybride totaalbeleving van fysieke en virtuele werkelijkheid” (van Kokswijk, 2003).
Deze interrealiteit biedt nieuwe manieren van denken. De open structuur zorgt voor het ontstaan van een deelcultuur. Dit principe kan ook plaatsvinden buiten het internet. Als voorbeeld van 3.0 zagen wij het Holocaust-Mahnmal monument van Peter Eisenman in Berlijn. Ook hier zien wij de grenzeloosheid. In het kunstwerk zelf; er treedt een gevoel van desoriëntatie op wanneer men er rondloopt en het monument loopt over in de stad. Daarnaast creëerde Eisenman de mogelijkheid om te delen. Het monument kan ook gebruikt worden om te picknicken, zonnebaden e.d. Helaas trad de Berlijnse gemeente hier tegen op en maakte het monument hiermee weer 1.0.
Een soortgelijk voorbeeld zien wij bij het operahuis in Oslo. Het door Snøhetta ontworpen gebouw is functioneel maar daarnaast flexibel. Om de toegankelijkheid van het gebouw te vergroten is er de mogelijkheid om er over heen te lopen, als een soort plein. Er zijn zelfs een aantal plaatsen speciaal voor skaters, zodat zij naar hartenlust over het gebouw kunnen skaten. De grenzen tussen plein en gebouw zijn vervaagd waardoor de architectuur voor meer mensen gedeeld wordt. Daarnaast zal er eerder vertrouwdheid optreden bij de bewoners van de stad, waardoor de drempel waarschijnlijk lager zal zijn een bezoek aan het operahuis te brengen.

Gebruikte bronnen:
Dr. Jacob van Kokswijk, Architectuur van een cybercultuur, 2003, Uitg. Bergboek.
Dr. R.van de Vorst, Nieuwsgierigheid, 2007, nw A'dam.
Wikipedia

dinsdag 7 februari 2012

Window Farms

Een tijd geleden zag ik de TED talk van Britta Riley 'A garden in my apartment'. Ik moest hier weer aan denken naar aanleiding van de toespraak van Leadbeater op het incubate festival. Britta Riley raakte geïnspireerd door een artikel van Micheal Pollan waarin hij schrijft het zo veel beter zou zijn voor het milieu als mensen - al is het maar een klein deel - hun eigen voedsel zouden kunnen verbouwen. Dit idee leidde tot het initiëren van het Window Farm project. Dit is een open source project waarin via een sociaal platform delen van informatie centraal staat. Verschillende deelnemers dragen bij aan het concept door te experimenteren met een basisidee. Iedereen heeft de mogelijkheid om input te leveren waardoor er een dynamisch proces ontstaat waarin het product zich blijft ontwikkelen. Dit proces noemt Riley R&D-I-Y, Research and Develop It Yourself. De Window Farm maakt deel uit van Creative Commons, een platform waarop creatieven concepten voor projecten kunnen delen en verspreiden. Anderen hebben de mogelijkheid het project aan te vullen of te veranderen. Hierdoor ontstaat er een dynamisch proces waardoor samenwerking leidt tot ontwikkeling en verbetering van een product of dienst. Er ontstaan steeds meer van dit soort open source projecten waaruit de kracht van 3.0 een feit blijkt.

zaterdag 4 februari 2012

30.1.12


© www.sirillustratie.com
Tijdens het college van maandagavond werd het boeddhisme gebruikt werd als metafoor voor samenleving 3.0. Hier werd niet al te diep op ingegaan maar dit maakt mij toch nieuwsgierig."We hoeven niet alles te hebben, laat het los", sprak van Driel.  Het delen met elkaar als het pad naar geluk en het netwerk als oneindige kosmos dat ons bevrijdt van het lijden in de tastbare wereld? Wat ik mij kan voorstellen is dat het bewustzijn een belangrijke link kan zijn. Bewustzijn van het online gedrag, de juiste hoeveelheid inspanning, en het vinden van een balans tussen de tastbare en virtuele wereld.
Na wat gegoogle vond ik het boek dat waarschijnlijk de inspiratie is voor deze uitspraak. De komende weken zal ik daar ook aandacht aan besteden. Wat zijn de daadwerkelijke gelijkenissen tussen het boeddhisme en samenleving 3.0. En voor de grap vraag ik mijzelf af; hoeveel gelijkenissen vertoont het schema van 3.0 met een mandala?
Een ding dat zeker is, is dat er verstandig moet worden omgegaan met social media. Hoe vaak hoor je immers niet van een twitterverslaving? De internetverslaafde krijgt het stempel sociodict; "mensen die verslaafd zijn aan het netwerken, aan sekssites of internetspelletjes." (Society 3.0, p. 287) Van den Hoff citeert een stukje uit de blog van Kees Romkes, waarin hij als (ex-)sociodict uiting geeft aan zijn ervaring. “Je hebt het gevoel te leven omdat je interacteert met anderen, niet omdat je zelf ‘bent’. De drang om altijd verbonden te zijn is beangstigend".
Het gevaar dat de interesse in social media de verkeerde kant op slaat ligt op de loer. Daarom is het zo belangrijk dat men deze op een bewuste manier gebruikt. Delen, maar ook loslaten zijn essentieel in samenleving 3.0. Wij zullen deze media niet zozeer als 'tools' ervaren maar eerder onderdeel van dagelijkse activiteiten. Ik vraag mij af hoe lang het duurt voordat de samenleving echt geupgrade wordt naar 3.0, en hoeveel mensen hier gebruik van zullen maken. Zal het een beperkte groep zijn zoals bij het boeddhisme, of zal de kracht van 3.0 verder reiken?

Wat kan ik vertellen over mijn eigen ervaringen die ik opdoe op het pad naar mediawijsheid? Evernote begin ik nuttig te vinden, voornamelijk in combinatie met de app op mijn telefoon. De afgelopen week ben ik aan de slag gegaan met edistorm, waar ik tot nu toe minder tevreden over ben. Persoonlijk vind ik het erg ouderwets aan doen. Het werkt niet prettig, is onoverzichtelijk en de looks zijn te vergelijken met de graphics van een programma van een floppy. Hoog tijd dat hier wat slimme jongens en meisjes over gaan brainstormen?