donderdag 14 juni 2012

DIGITAAL VERSLAG KINDERBOEK 3.0

De afgelopen maanden volgde ik de cursus mediawijsheid. De drie hoofdonderwerpen van de cursus zijn: de ontwikkeling van samenleving 1.0 naar samenleven 3.0; de 3.0-concepten kennisdelen, informeel. Concepten die meerdere malen behandeld in dit blog. Naar aanleiding van ieder college heb ik een stuk geschreven, daarnaast hier en daar een ‘losse’ blog. Het bloggen is voor mij een goede manier om mijn interesses te delen en theorie uit de colleges te verwerken. Ik heb het idee dat ik mij hierdoor meer verdiept heb in de aangereikte theorie waardoor ik meer kennis heb vergaard en een meer kritische visie heb ontwikkeld op de digitale wereld en het veranderende wereldbeeld. Ik ben hier nog steeds erg enthousiast over en hoop mij in de toekomst meer bezig te houden met hieraan gerelateerde zaken. Ik zou mij graag verder willen verdiepen hoe virtuele werelden samensmelten in de fysieke wereld. Hoe digitale middelen ingezet kunnen worden en onderdeel worden van het dagelijks leven en wat dit kan betekenen voor kunst en cultuur. Ik had verwacht dat hier in de cursus meer aandacht zou worden besteed. Er was in elk geval wel de vrijheid om zelf het onderwerp van de blogs te bepalen, hierdoor heb ik mij hier toch wat meer in kunnen verdiepen. Eerder schreef ik over de #dtv sessie tijdens het college waarin met name het begin van de cursus werd geëvalueerd. De aanpak voor deze cursus kende veel weerstand in het begin, maar de meeste studenten zijn uiteindelijk erg tevreden over het resultaat. Ik moet wel zeggen dat ik de gastcolleges over het algemeen iets te praktijkgericht vond. Ik miste hier vaak een wetenschappelijke benadering. In tegenstelling tot het gastcollege van Hille van der Kaa bij de cursus Beeldcultuur, dat mij zeer aansprak doordat praktijkvoorbeelden onderbouwd werden met theorie. Misschien iets om naar te kijken voor het volgende cursusjaar?
Al met al is de cursus mij goed bevallen. Met name vanwege de vrijheid rondom de opdrachten en blogs. Samen met Iris de Snaijer heb ik een concept voor het opensource kinderboek opgezet. Al eerder schreef ik over de verloop van het project en de aanpak hiervan. Het was interessant de theorie uit de colleges toe te passen en een samenwerking aan te gaan met Iris, Timon Bos en de Julianaschool. Het volledige verslag is nu te lezen en te downloaden, te delen en er mag op gereageerd worden!

Klik hier voor de pdf-versie!


Lees hier hoe Iris reflecteert op het verloop van de cursus.

BEELDANALYSE EN BETEKENISGEVING.

Naar aanleiding van de cursus beeldcultuur analyseerde ik een aantal uitingen van de hedendaagse beeldcultuur. Nu voor iedereen te downloaden, mijn eindopdracht voor deze cursus.
Ik sta open voor vragen, discussie en feedback, dus graag!

Klik hier voor de pdf-versie!


vrijdag 25 mei 2012

DUOBLOG - i.s.m. Iris De Snaijer

Naar mijn mening wordt men pas echt mediawijs door theorie toe te passen in de praktijk. Al eerder schreef ik over Kinderboek 3.0, dat vorm heeft gekregen in de vorm van Writealong.nl. Een samenwerking met Iris de Snaijer. Timon Bos zorgde voor het praktische gedeelte, het realiseren van de website. In vorm van een duoblog brengen wij verslag van het verloop van het project. Daarom is het zaak om voorafgaand aan dit stuk het eerste deel van de blog te lezen.

Het experimentele karakter van dit project sluit aan bij de manier waarop ik tegen zaken aan kijk. In een eerdere blog liet ik weten dat ik volgens de leerstijlentest van Kolb een doener ben. Toevallig had Iris dezelfde uitkomst. De verloop van het project sluit opvallend aan bij de ideale leeromgeving van een doener. Hierbij zijn humor, plezier en ontspanning op de leer- of werkplek, terugkoppeling op eigen acties, contact met anderen en de sfeer belangrijk. De doener moet vrij zijn om snel te reageren, verschillende werkvormen tot zijn beschikking hebben, en houd van situaties die om keuzes vragen, uitdagend en spannend zijn.
Het plan van aanpak was aan veranderingen onderhevig. Het is gebleken dat onze verwachtingen anders waren dan de praktijk ons liet zien. Zo zijn de kinderen in groep 7 en 8 een stuk minder mediawijs dan we in de eerste instantie dachten. De meeste kinderen een Hyves profiel, maar maakt hier minimaal gebruik van. De mogelijkheden van social media worden over het algemeen nog niet benut. Tijdens de praktijkopdracht werd dit beeld bevestigd. Zelfs bij het aanmaken van een gebruikersnaam was begeleiding nodig. Ons initiële idee om Twitter in te zetten in de communicatie bleek dan ook niet goed. Zo schakelden we snel naar Hyves, die we wel linkten aan Twitter.
Omdat de website niet helemaal aansluit op de wensen en eisen die wij aan het project stellen heeft dit gevolgen voor het verloop van het project.  Naarmate het project vorm kreeg kwamen er steeds meer ideeën over de vorm die de site zou kunnen aannemen. Deze zijn binnenkort te lezen in de vorm van een digitaal verslag. Writealong laat ons zien of het basisprincipe succesvol is en dit eventueel verder ontwikkeld kan worden. Nu hebben wij niet kunnen meten hoe het zou zijn als er actief gebruik gemaakt zou worden van de social media rondom writealong.nl zoals Facebook en Twitter waardoor misschien een grotere doelgroep bereikt kon worden. De interactie tussen gebruikers is nog niet duidelijk aanwezig, al zijn er wel tekenen van een participatory culture
Al kende het project een vrij langzame start kunnen wij niet ontevreden zijn over de resultaten die tot nu toe zijn bereikt. Met ons model als basis is het mogelijk een heel goed product neer te zetten dat binnen het onderwijs kan worden ingezet ten behoeve van de schrijfvaardigheid, creativiteit en beeldende kwaliteiten. Daarnaast zijn er mogelijkheden voor het vormen van een platform, een digitaal platform waarop ook buiten het reguliere onderwijs om op een informele manier geleerd kan worden. Een goede manier om talent te ontwikkelen en vaardigheden voor de 21eeeuw, creativiteit en kritische reflectie te stimuleren. Blijf ons volgen voor een uitgebreide weergave van het verloop en de analyse van Writealong.nl.

Overige bronnen:
leeromgeving doener

woensdag 25 april 2012

DDDM.

Drie Dagen Digitale Media.

Naar aanleiding van het gastcollege van Rudy van Belkom van Imagobureau Tink hield ik drie dagen bij hoeveel tijd ik gebruik maakte van digitale media. Hiervoor gebruikte ik de Evernote app op mijn telefoon. In het diagram hieronder het totaal aantal minuten te zien, en welke vormen van digitale media ik heb gebruikt.



























 In totaal gebruikte ik 1542 minuten lang digitale media. Gemiddeld genomen is dit acht en half uur per dag. Persoonlijk vind ik dit niet veel, er zijn vaak dagen dat dit getal veel hoger is. Het valt op dat het grootste deel van de tijd is besteed aan online media. Social media zoals Twitter, Yammer, Facebook, Whatsapp, mail, surfen, het bekijken van video's op YouTube, TED, uitzendinggemist , Evernote, Dropbox en prezi is samen goed voor 534 minuten, ongeveer een derde van het totaal. Het internetgebruik is versnipperd in verschillende soorten media. Opvallend is dat televisie een tweede plaats heeft, en het tekstverwerkingsprogramma Word de derde plaats krijgt. Vaak gebruikte ik twee of meer vormen van digitale media tegelijkertijd. Zo stond de muziek geregeld aan terwijl ik gebruik maakte van Word of social media, of gebruikte ik Twitter en Whatsapp tijdens het televisiekijken. Hoe vaak dit is voorgekomen is niet bijhouden. Ik heb niet opgekeken van mijn social media gebruik dat per dag een gemiddelde kent van 71,67 minuten. Het is duidelijk dat digitale media onmisbaar zijn in mijn dagelijks leven. Veel digitale media gebruik ik voor studie of professionele doeleinden maar ook voor ontspanning. Door het bijhouden van dit dagboek ben ik mij bewust geworden van het belang van digitale media in mijn dagelijks leven. Ik vind het essentieel voor de communicatie, verdieping en informatievoorziening op professioneel en persoonlijk vlak. Wat betekenen digitale media voor jou?

zondag 1 april 2012

Kinderboek 3.0 is een feit

Sfeerimpressie van de presentatie op de Julianaschool in Dordrecht.
Vorige week bezochten Iris en ik de Julianaschool waar wij ons opensource kinderboekproject presenteerden. De naam van de site (writealong) dekt de lading niet volledig. Timon Bos, die de website maakte reserveerde deze domeinnaam. Daarom zijn wij op andere sociale platforms te vinden onder de naam OpenBoek. Aan het eind van het project verwachten wij een passende naam te vinden, door middel van input van de gebruikers. Lees het verslag hiervan in deze blog.
Inmiddels is het eerste geschreven vervolg binnen. Helaas is er nog geen beeldmateriaal geupload. Misschien is de drempel voor het maken van beeld en dit online zetten groter dan schrijven? Er waren een paar kinderen in de klas bekend met tekenprogramma's en maakte wel eens iets in hun vrije tijd. Wij zullen ons bezig houden met de vraag: Hoe kunnen wij er voor zorgen dat de beeldende vaardigheden worden gestimuleerd?
Het belang van beeld op de website wil ik nogmaals onderstrepen. In hetzelfde document van cultuur+eductie als waar ik in mijn vorige blog aan refereerde staat een stuk over informeel leren in sociaal-artistieke projecten geschreven door Janne Kerremans. Kunst kan worden ingezet als leermiddel. Kunstprojecten leiden volgens haar bevindingen tot talentontwikkeling maar ook nieuwe inzichten en een sterker gemeenschapsgevoel en wederzijds respect.
Waarschijnlijk zal het aanpassen van de website al leiden tot hogere participatie, maar er zijn meer manieren om de kinderen te laten deelnemen. We merken dat informeel leren niet op gang komt zonder een formeel gedeelte. Daarom zullen wij #dtv sessies houden op de school en hulp bieden waar nodig bij het inloggen en deelnemen aan het project. Wij staan open voor nieuwe ideeën en kritiek, interactie zal leiden tot een vruchtbaar project. Volg daarom de ontwikkelingen van Writealong via twitter, hyves en de website zelf. En vind ons leuk op facebook!

26.03.12

De afgelopen tijd zijn er veel ontwikkelingen op het gebied van informeel leren door middel van digitale media zoals apps, video's en games. Met het Kinderboek 3.0 spelen wij hier op in door een platform te ontwikkelen waarin de schrijf- en beeldende vaardigheden kunnen worden ontwikkeld. Onze verwachting is dat kinderen een talent kunnen ontdekken en te ontwikkelen. De een zal liever schrijven en lezen, de ander vertelt misschien liever een verhaal door middel van beeld. Judith Metz schrijft over talentontwikkeling bij jongeren in 'Informeel leren in de kunsten' van cultuur+educatie. Activering van talenten kan leiden tot motivatie voor ontwikkeling op persoonlijk vlak en in een buitenschoolse setting. Het idee hierachter is dat het doorzettingsvermogen wordt geprikkeld en meer zelfvertrouwen zal ontstaan. Metz laat weten dat het expliciet inzetten op andere vormen van talent in plaats van cognitieve vaardigheden met name jongeren uit de lagere sociaaleconomische klassen alternatieve bronnen van ontwikkeling, plezier en trots kunnen bieden. Werken binnen netwerk zorgt voor bewustzijn van positie binnen een groep of samenleving. Daarnaast kan informeel leren leiden tot naar non-informeel en intentioneel leren als interesses en talenten worden geprikkeld.
Deze week introduceerde Maurice de Hond de Steve Jobs school waar door middel van digitale media vaardigheden voor de 21e eeuw worden verkregen. Het onderwijs zoals het jaren lang geweest is zal een complete omslag kennen. Talentontwikkeling en het netwerk staan centraal. Het principe van deze manier van onderwijs zou je kunnen linken aan de voorspellingen van Castells waar ik over schreef in mijn vorige blog. De vaste structuren vallen weg en het onderwijs is gericht op het individu binnen het netwerk. Zelfontwikkeling en digitale media zijn de nieuwe educatiemiddelen. De school is het gehele jaar open zodat er op een flexibele manier met tijd om kan worden gegaan. Bij voldoende aanmeldingen zal de eerste Steve Jobs school in 2013 zijn deuren openen.
Deze manieren van educatie gaan uit van een eigen initiatief. Hierbij staat plezier voorop. Vaak worden de onderwijsmiddelen door volwassenen ontwikkeld. Wonderkind Adora Svitak maakt zich sterk voor de kwaliteiten van het kind en spreekt hierover in haar TED talk. Wat nu als volwassenen kinderen eens wat serieuzer zouden nemen. Wat kunnen de volwassenen leren van kinderen? Al moet ik zeggen dat deze talk wat vervreemdend aan doet door de volwassen uitstraling is de boodschap van waarde. Het zet ons aan het denken. Worden kinderen onderschat? Wat gebeurt er als kinderen meer invloed hebben op hun leerstof?  Svitak zet zich actief in voor de manier waarop kinderen denken kan ingezet worden als middel om te leren. Zij richt zich voornamelijk op het ontwikkelen van schrijfvaardigheid. Op haar youtube kanaal zijn tal van video's te zien waar zij haar visie op onderwijs naar buiten brengt.

Overige bronnen:
De video over de Steve Jobs School

maandag 26 maart 2012

19.03.12


In eerdere blogs schreef ik over deelcultuur en interrealiteit, termen die naar mijn idee passend zijn voor de samenleving van dit moment. Manuel Castells deed in 'The Information Age: Economy, Society and Culture' een tal van opmerkelijke voorspellingen voor de 21e eeuw. Hij zag na de industrialisering een ontwikkeling naar de informatiesamenleving, waar digitalisering een grote rol speelt. Hij omschrijft de space of flows, de beleving van ruimte als plaats. Je zou kunnen zeggen dat hij de interrealiteit hiermee beschrijft. Deze nieuwe ideologie zal er voor zorgen voor "het einde van de geschiedenis" en onze ruimtebeleving vernietigen.
Niet alleen de ruimte zal verdwijnen. De komst van de digitalisering brengt een nieuwe wereldeconomie met zich mee. Computergestuurd en 24/7 aan de gang. Deze ontwikkeling maakt tijd onbelangrijk. De tijd is versnipperd, flexibel en dynamisch. De tijdloze tijd zou je kunnen zien als een eeuwig heden. Onder leiding van deze tijdloze tijd zal een reeks aan economische crisissen ontstaan. Daarnaast zal het verdwijnen van het historisch besef een ontkenning van de dood betekenen. Leven in het nu zal de samenleving compleet veranderen. De elite zal het meeste profiteren van de veranderingen die de 21e eeuw met zich mee brengt. Deze groep duidt Castells aan als de eerste wereld. De minder kansrijke mensen vormen de vierde wereld. Hierbij wordt vooral gedoeld op buitenwijken van steden waarin veel mensen wonen die laag op de sociaal-maatschappelijke ladder staan. De informatiesamenleving zal hier zorgen voor een neerwaartse spiraal. De werelden zullen steeds verder van elkaar verwijderd raken.
Het is een feit dat veel buitenwijken in steden veranderen in ghetto's waar regelmatig rellen plaatsvinden zoals in Parijs of Londen. Er is protest tegen de oneerlijke verdeling tussen kansarm en kansrijk. Dit zijn lokale bewegingen, maar door de komst van de informatiemaatschappij wordt het steeds eenvoudiger om globale bewegingen te starten. We zien dit terug in wereldwijde protestacties zoals Climate Camp en Occupy. Er is geen sprake van een woordvoerder, de beweging wordt globaal gestimuleerd maar lokaal uitgevoerd. Organisatie voor bijeenkomsten en acties worden via digitale media gecommuniceerd.
Veel van Castells voorspellingen lijken zeer treffend. Netwerken zijn niet meer lokaal maar worden globaal en het individu is daar binnen belangrijker dan ooit. Deze is onafhankelijk van ruimte en tijd en kan zijn of haar talenten overal benutten. Het individu is geen vertegenwoordiger meer van een bepaald instituut maar van zijn eigen normen en waarden, voorkeuren en gedachten. Door de veranderingen in de samenleving lijken de mogelijkheden lijken eindeloos. De onzekerheid en onduidelijkheid die ontstaat door het veranderende wereldbeeld brengt een groot aantal keuzemogelijkheden met zich mee. In een uitzending van VPRO thema, 'de BV IK' zien wij twintigers in Nederland die deze keuzestress ervaren. Beïnvloed door digitale media en de veranderende samenleving zijn zij op jonge leeftijd bezig met carrière maken, netwerken en zelfontwikkeling. Een typerend gevolg voor de generatie eerste wereldburgers van Castells.

Gebruikte bronnen:
De Nieuwe Wereld, De Automaat.
Jan-Hendrik Bakker, Welkom in Megapolis, pp 105 tm 108.
Studieversie van Jul DEBROUX, Het globaal casino. De netwerksamenleving van Manuel
Castells,

zaterdag 17 maart 2012

05.03.12

Privacy. Een van de discussiepunten bij aanvang van de cursus. Weinigen waren ervan gecharmeerd zijn of haar gegevens achter te laten bij diverse online platforms. Tijdens het gastcollege van Karlijn Muller stonden de grenzen van privacy centraal. Aan de hand van een aantal treffende voorbeelden zorgde zij voor een interactief college, waarin de dialoog over het begrip privacy gevoerd werd. Hieruit werd duidelijk dat niet iedereen dezelfde criteria heeft als het privacy betreft. De een zet graag persoonlijke informatie online, de ander is hier extreem op tegen.
Op veel manieren worden wij van onze privacy 'beroofd'. Denk alleen al aan de bewakingscamera's in de openbare ruimte. Waarschijnlijk bestaat er meer videomateriaal van jou dan je je bewust van bent. Je wordt vastgelegd op de route van huis naar werk/studie, winkels, pashokjes, stations, vliegvelden, 'gewoon' op straat. Daarnaast kunnen telefoongesprekken worden opgenomen. Door een servicedesk, de overheid maar ook door criminele organisaties.

Wanneer het privacy en internet betreft zien wij vaak leuzen als privacy bestaat niet meer, of zoals Zuckerberg zegt; 'The age of privacy is over'. Hiermee wordt vaak gedoeld op social media. Hier is de gebruiker in de meeste gevallen zelf verantwoordelijk voor hetgeen dat hij of zij online plaatst. Er zijn privacy-instellingen mogelijk, maar voor Facebook zelf is de informatie vrij toegankelijk. Gegevens op Facebook kunnen gebruikt worden voor andere doeleinden. Het is zelfs mogelijk  mensen te herkennen op foto's. Niet alleen door middel van taggen, maar aan de hand van biometrische informatie, gezichtsverhoudingen zoals de afstand tussen de ogen. Acquisti ontwikkelde een applicatie om te laten zien wat de gevaren van dit soort vormen van gezichtsherkenning zijn. De herkende persoon kan eenvoudig gekoppeld worden aan allerlei gegevens. Zelfs zonder hacken is het mogelijk door middel van een foto allerlei gegevens op te vragen, 'van seksuele voorkeur tot het Social Security Number'. Door deze ontwikkelingen wordt het eenvoudiger misbruik te maken van andermans gegevens.

Als het om privacy gaat is niet haast niet mogelijk Google niet te bespreken. Met het nieuwe privacybeleid laten zij zien dat inbreuk op onze privacy voor beide partijen van belang kan zijn. Voor Google komt deze transparantie van pas bij het efficiënt adverteren. De gebruiker profiteert hiervan door efficiëntere zoekresultaten. Dit klinkt vrij aantrekkelijk. Maar het grootste punt van kritiek is dat Google alle gegevens aan elkaar koppelt, of men dat wil of niet. Er wordt geen rekening gehouden met de persoonlijke grenzen als het het op privacy aangaat. Het lijkt of men nu moet kiezen voor een leven met of zonder Google. Men lijkt niet onder het nieuwe beleid uit te komen.
Omdat dit voor ophef zorgt binnen Europa - dat in tegenstelling tot Amerika wel een wet op privacy kent - is er een brief gestuurd vanuit het Europese parlement met de vraag het beleid uit te stellen in verband met een onderzoek naar 'the possible consequenses for the protection of the personal data'.
Bits of Freedom strijdt voor vrijheid en privacy online. In verband met het nieuwe beleid probeerden zij een Google-vrij dieet door een week lang alternatieve diensten te gebruiken. Dit experiment laat zien dat er zijn veel mogelijkheden om Google-loos op het internet te vertoeven.
Zonder dat je expliciet informatie online zet zal men zich verbazen over wat er allemaal te vinden is. De mogelijkheden voor hackers blijven zich ontwikkelen en zijn groter dan men denkt. Daarom is het raadzaam na te denken over jou online gedrag. Waar liggen jou grenzen als het om online privacy gaat?

Overige bronnen:
Telt jou online privacy nog voor Google?
VPRO thema

maandag 5 maart 2012

27.02.12

© www.sirillustratie.com
Voorafgaand aan het college van vorige week werd ons gevraagd het leerstijlenmodel van David Kolb te bestuderen. Volgens dit model zijn er vier verschillende leerstijlen; de doener, de denker, de dromer en de beslisser. Al deze leerstijlen zijn met elkaar verbonden en vormen samen een leercyclus. Kolb stelt dat ieder mens een voorkeur heeft voor een bepaalde leerstijl. Om echt iets nieuws te leren dient men alle stijlen in de cirkel te doorlopen. Door deze leerstijlen te integreren in het onderwijs zal er een leercyclus ontstaan.
Na het van de Kolb leerstijlentest bleek dat ik een doener ben. Tijdens het college werden groepen gevormd waarin vertegenwoordigers uit alle vier de leerstijlen een real life #durftevragen sessie moesten houden. Normaal gesproken wordt hierbij ook gebruik gemaakt van Twitter #dtv of #durftevragen in de tweet staat. Hier was er mogelijkheid ideeën te delen over de manier waarop het eerste college mediawijsheid is vormgegeven.
Je zou de uitkomst van de sessies kunnen zien als een bevestiging voor de stereotype leerstijlen van Kolb. Zo ondervonden ook de andere groepen. De sessies hadden ongeveer dezelfde uitkomst. Om hiervan een beeld te vormen zal ik een korte schets geven van onze sessie. Zo stelde ik als doener voor een buddy-systeem te gebruiken om elkaar op weg te helpen. Omdat er in het begin van de cursus naast weerstand ook veel onwetendheid was denk ik dat het nuttig is om iemand die ervaren is in de wereld van social media te koppelen aan iemand die hulp nodig heeft. Aniek merkte op dat dit idee waarschijnlijk te realiseren is zijn gezien het feit dat er veel studenten CIW aan deze cursus deelnemen in verband met hun studie veel met social media werken. Aniek, de beslisser is van mening dat de hoeveelheid aan media zorgde voor een schrikreactie. Het langzaam introduceren van de verschillende media is hier de oplossing voor. De denker Valerie liet weten dat het ontbreken van het 'waarom' haar tegen stond. Ze pleitte voor meer concrete informatie zodat het nut van het aanmaken van talrijke profielen duidelijker zou zijn. Dromers zoals Carmen en Lisa wilden de informatie graag verwerken voordat ze aan de slag moesten met diverse media. 
Naast het model van Kolb zijn er tal van verschillende leerstijlen. Nu zijn er verschillende critici die het cyclisch leerproces van Kolb tegenspreken zoals Basuray (1982), Coffield, Mosely, Hall & Ecclestone (2004), Jonassen & Grabowski (1993), en Wierstra & de Jong (2002) die van mening zijn dat het leerproces niet op zo'n gestructureerde manier verloopt. Omdat er zo veel verschillende theorieën over de manier waarop men kennis tot zich neemt vraag ik me af of het van belang is te weten wat voor type leerstijl bij jou past. Afhankelijk van de type leerstof zal er waarschijnlijk een ander model nodig zijn, en iedere persoon zal persoonlijke voorkeuren hebben voor een benadering. In het onderwijs en het bedrijfsleven wordt dit model veel gebruikt. Maar zoals bij alle theorieën zijn er critici die het leermodel tegenspreken. Kan men door het cursusprogramma aan te passen aan de leerstijlen van Kolb bijdragen aan een effectiever leerproces?

Gebruikte bronnen:
Wikipedia
13 belangrijkste leermodellen

maandag 27 februari 2012

Open Design


Tijdens mijn zoektocht naar open source projecten die aansluiten bij het experiment Kinderboek 3.0 stuitte ik op het principe van open design. Over deze beweging is een boek geschreven; Open Design Now (Bis Publishers, 2011). Dit is een samenwerkingsproject van Creative Commons, Premsela en Waag Society. Het boek is onderdeel van een dynamisch geheel. Met input van verschillende mensen is er gekozen voor een selectie artikelen die met terugwerkende kracht op de website getoond worden. Tot 12-12-'12 is de site vrij toegankelijk en zal het hele boek uiteindelijk online staan. Hier zien wij interessante voorbeelden van open source projecten zoals ikeahackers en Fab Labs. De laatstgenoemde zijn vrij toegankelijke werkplaatsen waar men onder andere 3d printers, lasercutters kan gebruiken. De komst van de 3d printer zorgt voor nieuwe mogelijkheden zoals downloadable design. Op thingiverse kunnen ontwerpen gedeeld worden zodat anderen het product kunnen uitprinten. Ontwerpen delen is een lastige kwestie in verband met copyright. 3d printen leent zich erg goed voor gebruiksvoorwerpen, gezien het feit dat daar over het algemeen geen copyright op rust. Door de komst van de deelcultuur wordt er steeds meer gekeken naar nieuwe manieren om met copyright om te gaan. De komst van open design betekent een belangrijke verschuiving die van toepassing is op meerdere sectoren. Zo publiceerde Waag Society een magazine over toepassingen binnen de zorg. Ontwikkelingen als deze wijzen op een onmiskenbare revolutie op globaal niveau in onze manier van communiceren, (samen)werken en het realiseren van projecten.

vrijdag 24 februari 2012

13.02.12

© www.sirillustratie.com
Maandagavond bezocht ik samen met mijn medestudenten Seats2Meet in Tilburg. Er werd ons bewust gemaakt van nieuwe manieren van werken. Naast de al bekende flexplekken kan Twitter worden ingezet om met klanten te communiceren en je diensten aan te passen naar hun wensen. Virtual reality wordt ingezet als leeromgeving. Dit kan een grote omschakeling in het onderwijs betekenen. Wat we nu huiswerk noemen wordt straks onder begeleiding van een docent gedaan en het opdoen van kennis kan thuis, in een virtuele leeromgeving. Werkvormen veranderen. Na de industrialisering, automatisering en internet is het nu tijd voor digitalisering.
Na de woordvoerder van S2M Tilburg was Barry Spooren van Incubate aan de beurt. Hij vertelde zeer geïnspireerd over de werkwijze van Incubate. Ik was er van op de hoogte dat zij veel werkten met input van buitenaf, maar dat bijna alles omtrent het festival open source is was nieuw voor mij. Van financiering tot programmering. Het inspireert mij om te horen dat er op zo'n open manier gewerkt kan worden. Het principe klinkt heel logisch; het bundelen van de kracht, samen kun je meer bereiken. Incubate maakt gebruik van het social festival model. Dit is gebaseerd op Wikinomics' How Mass Collaboration Changes Everything. Het gaat erom zo veel mogelijk mensen te betrekken bij de organisatie zodat er efficiënter gewerkt kan worden. Dit model is onder licentie bij creative commons, waar ik kort over schreef in een vorige blog.
Met The A-team als voorbeeld toonde Spooren een model waarin vier verschillende stijlen van leiderschap getoond worden. Hier gaat het om de combinatie behoudend, verstorend en formeel en informeel. In een blokkenschema levert dit vier soorten leiders op. Waarvan de laatste - Murdock - verstorend en informeel, getypeerd zou kunnen worden als 'de mafketel'. Zijn ideeën zullen vraagtekens oproepen maar hij zorgt wel voor verandering! Om vernieuwend te blijven is het goed om een 'Murdock' in het team te hebben. In de meest ideale situatie zijn alle vier de stijlen vertegenwoordigd binnen een organisatie. (Spooren, 13-2-'12)
Het bezoek bij S2M inspireerde Iris de Snaijer en mij om een project te starten. Een open source kinderboek. Waarschijnlijk komen we nog met een passende naam, laten we het voor nu Kinderboek 3.0 noemen. Wij zullen de aanzet geven voor een boek, kinderen kunnen hierop reageren en bewerken. De input van de kinderen zullen wij verwerken in het verhaal. Wat er kan ontstaan is verschillende versies van een verhaal, of we kunnen de input verwerken zodat er een verhaal ontstaat. Ik ben op zoek naar soortgelijke projecten maar tot nu toe is mijn zoektocht niet succesvol. Wel zijn er interactieve kinderboeken zoals Fundels of apps te verkrijgen. Naast het feit dat ons project experimenteel is kan de input van de kinderen waardevol zijn om te zien wat kinderen van ene bepaalde leeftijd willen lezen, zien en gebruiken. Welke vorm dit gaat aannemen laten wij open. Meer lezen over dit idee?
Op deze blog zal ik verschillende open source projecten tonen. Deze input kunnen wij gebruiken om ons experiment voort te zetten. Uiteraard zal ik berichten over de voorgang van het project! Laat het me weten als je ideeën hebt over Kinderboek3.0 of bekend bent met soortgelijke projecten.

Presentatie Barry Spooren 13-2-'12, Seats2Meet, Tilburg.

maandag 13 februari 2012

06.02.12

© www.sirillustratie.com
Het internet is een voedingsbodem voor open source projecten. Het delen van kennis is makkelijker dan ooit, het www lijkt grenzeloos te zijn. Weinig beperkingen betekent meer mogelijkheden.De Franse filosoof Deleuze beschrijft een open structuur als de 'rhizome'. Dit is een wortelstok van een knol die wortel heeft geschoten. De structuur van wortels wordt gebruikt als metafoor voor een model waarin alle uiteinden met elkaar worden verbonden en er een oneindige structuur van verbindingen ontstaat. Deze term wordt gebruikt in de literatuurwetenschap in verband met postmoderne literatuur, waar grenzeloosheid vaak centraal staat (uit: Nieuwsgierigheid, R. van der Horst, 2007). De grenzeloosheid van het internet wordt duidelijker wanneer men kijkt naar beelden waarin het internet gevisualiseerd is. Een warboel van vertakkingen die zich steeds verder ontwikkelt is een duidelijke overeenkomst met de 'rhizome'. Meer gebruikers betekent een hogere complexiteit en het delen van meer kennis. "Elke nieuwe computer maakt het internet rijker en intelligenter. 
De virtuele wereld wordt steeds groter en begint door te dringen in de realiteit. Nu ben ik van mening dat de term virtuele wereld duidt op iets onwerkelijks zoals een nabootsing of een hologram. Daarom denk ik dat deze term de lading niet dekt. Nu internet doorsijpelt in ons dagelijks bestaan verandert ook de rol hiervan. Je kunt het niet meer bekijken als een venster naar een irrealiteit. Misschien moeten wij niet meer spreken over het internet als een apart gegeven maar eerder de term interrealiteit gebruiken; “een hybride totaalbeleving van fysieke en virtuele werkelijkheid” (van Kokswijk, 2003).
Deze interrealiteit biedt nieuwe manieren van denken. De open structuur zorgt voor het ontstaan van een deelcultuur. Dit principe kan ook plaatsvinden buiten het internet. Als voorbeeld van 3.0 zagen wij het Holocaust-Mahnmal monument van Peter Eisenman in Berlijn. Ook hier zien wij de grenzeloosheid. In het kunstwerk zelf; er treedt een gevoel van desoriëntatie op wanneer men er rondloopt en het monument loopt over in de stad. Daarnaast creëerde Eisenman de mogelijkheid om te delen. Het monument kan ook gebruikt worden om te picknicken, zonnebaden e.d. Helaas trad de Berlijnse gemeente hier tegen op en maakte het monument hiermee weer 1.0.
Een soortgelijk voorbeeld zien wij bij het operahuis in Oslo. Het door Snøhetta ontworpen gebouw is functioneel maar daarnaast flexibel. Om de toegankelijkheid van het gebouw te vergroten is er de mogelijkheid om er over heen te lopen, als een soort plein. Er zijn zelfs een aantal plaatsen speciaal voor skaters, zodat zij naar hartenlust over het gebouw kunnen skaten. De grenzen tussen plein en gebouw zijn vervaagd waardoor de architectuur voor meer mensen gedeeld wordt. Daarnaast zal er eerder vertrouwdheid optreden bij de bewoners van de stad, waardoor de drempel waarschijnlijk lager zal zijn een bezoek aan het operahuis te brengen.

Gebruikte bronnen:
Dr. Jacob van Kokswijk, Architectuur van een cybercultuur, 2003, Uitg. Bergboek.
Dr. R.van de Vorst, Nieuwsgierigheid, 2007, nw A'dam.
Wikipedia

dinsdag 7 februari 2012

Window Farms

Een tijd geleden zag ik de TED talk van Britta Riley 'A garden in my apartment'. Ik moest hier weer aan denken naar aanleiding van de toespraak van Leadbeater op het incubate festival. Britta Riley raakte geïnspireerd door een artikel van Micheal Pollan waarin hij schrijft het zo veel beter zou zijn voor het milieu als mensen - al is het maar een klein deel - hun eigen voedsel zouden kunnen verbouwen. Dit idee leidde tot het initiëren van het Window Farm project. Dit is een open source project waarin via een sociaal platform delen van informatie centraal staat. Verschillende deelnemers dragen bij aan het concept door te experimenteren met een basisidee. Iedereen heeft de mogelijkheid om input te leveren waardoor er een dynamisch proces ontstaat waarin het product zich blijft ontwikkelen. Dit proces noemt Riley R&D-I-Y, Research and Develop It Yourself. De Window Farm maakt deel uit van Creative Commons, een platform waarop creatieven concepten voor projecten kunnen delen en verspreiden. Anderen hebben de mogelijkheid het project aan te vullen of te veranderen. Hierdoor ontstaat er een dynamisch proces waardoor samenwerking leidt tot ontwikkeling en verbetering van een product of dienst. Er ontstaan steeds meer van dit soort open source projecten waaruit de kracht van 3.0 een feit blijkt.

zaterdag 4 februari 2012

30.1.12


© www.sirillustratie.com
Tijdens het college van maandagavond werd het boeddhisme gebruikt werd als metafoor voor samenleving 3.0. Hier werd niet al te diep op ingegaan maar dit maakt mij toch nieuwsgierig."We hoeven niet alles te hebben, laat het los", sprak van Driel.  Het delen met elkaar als het pad naar geluk en het netwerk als oneindige kosmos dat ons bevrijdt van het lijden in de tastbare wereld? Wat ik mij kan voorstellen is dat het bewustzijn een belangrijke link kan zijn. Bewustzijn van het online gedrag, de juiste hoeveelheid inspanning, en het vinden van een balans tussen de tastbare en virtuele wereld.
Na wat gegoogle vond ik het boek dat waarschijnlijk de inspiratie is voor deze uitspraak. De komende weken zal ik daar ook aandacht aan besteden. Wat zijn de daadwerkelijke gelijkenissen tussen het boeddhisme en samenleving 3.0. En voor de grap vraag ik mijzelf af; hoeveel gelijkenissen vertoont het schema van 3.0 met een mandala?
Een ding dat zeker is, is dat er verstandig moet worden omgegaan met social media. Hoe vaak hoor je immers niet van een twitterverslaving? De internetverslaafde krijgt het stempel sociodict; "mensen die verslaafd zijn aan het netwerken, aan sekssites of internetspelletjes." (Society 3.0, p. 287) Van den Hoff citeert een stukje uit de blog van Kees Romkes, waarin hij als (ex-)sociodict uiting geeft aan zijn ervaring. “Je hebt het gevoel te leven omdat je interacteert met anderen, niet omdat je zelf ‘bent’. De drang om altijd verbonden te zijn is beangstigend".
Het gevaar dat de interesse in social media de verkeerde kant op slaat ligt op de loer. Daarom is het zo belangrijk dat men deze op een bewuste manier gebruikt. Delen, maar ook loslaten zijn essentieel in samenleving 3.0. Wij zullen deze media niet zozeer als 'tools' ervaren maar eerder onderdeel van dagelijkse activiteiten. Ik vraag mij af hoe lang het duurt voordat de samenleving echt geupgrade wordt naar 3.0, en hoeveel mensen hier gebruik van zullen maken. Zal het een beperkte groep zijn zoals bij het boeddhisme, of zal de kracht van 3.0 verder reiken?

Wat kan ik vertellen over mijn eigen ervaringen die ik opdoe op het pad naar mediawijsheid? Evernote begin ik nuttig te vinden, voornamelijk in combinatie met de app op mijn telefoon. De afgelopen week ben ik aan de slag gegaan met edistorm, waar ik tot nu toe minder tevreden over ben. Persoonlijk vind ik het erg ouderwets aan doen. Het werkt niet prettig, is onoverzichtelijk en de looks zijn te vergelijken met de graphics van een programma van een floppy. Hoog tijd dat hier wat slimme jongens en meisjes over gaan brainstormen?

vrijdag 27 januari 2012

23.01.11


                            © www.sirillustratie.com
Nu ben ik niet erg consequent in het bijhouden van mijn andere blog, dit keer is het anders. Het moet anders. De blogs die hier de komende maanden zullen verschijnen worden geschreven naar aanleiding van de experimentele cursus Mediawijsheid van Hans van Driel. Hierbij zullen wij ons richten om de manier waarop de media steeds meer samensmelt met ons dagelijks bestaan. Onderdeel van de cursus is een kennismaking met social media die we ook na de cursus kunnen blijven gebruiken.
Om onze weg te vinden in de wondere wereld van het internet moeten alle studenten mediawijsheid zich aanmelden voor LinkedIn, Evernote, Edistorm, Twitter, Skype, Dropbox en Blogger. In plaats van blackboard gebruiken wij Yammer, een besloten netwerksite waarop alle informatie rondom de cursus zal worden gedeeld. Ook daar maakte ik een profiel aan.
Inmiddels ben ik een paar profielen, applicaties en en blog rijker. Ik ben zelf aardig wegwijs op dit soort sites en ik moet zeggen dat niet alle vormen van social media mij aanspreken. Voor de komende maanden zal ik bovenstaande sites intensief gebruiken. Ik erg benieuwd of ik op al deze sites actief zal blijven na het afronden van de cursus.
 
Het aanmelden bij deze sites wekt veel weerstand op bij veel van mijn medestudenten. Voornamelijk uit angst voor privacyschending en internetcriminaliteit. Iets dat ik volledig begrijp, maar niet deel. Natuurlijk ben ik ook voorzichtig met wat ik online zet. Maar het enthousiasme over de mogelijkheden van internet zijn groter dan de angst. Ik zie mijzelf verantwoordelijk voor wat ik online publiceer. Ik hoop dat de cursus mediawijsheid mij meer bewustwording van mijn gedrag online zal brengen zodat ik hier efficiënter mee om kan gaan en dit meer zal opleveren. 
Tijdens het college van maandag sprak Marlies de Vet kort over de manier waarop je als individu of bedrijf social media kunt inzetten, en sprak haar ideeën uit over de bibliotheek 2.0 waarbij interactie en het delen van informatie centraal staat. Internet smelt samen met de tastbare wereld, er ontstaat een niet te negeren interrealiteit. Ontastbaar, oneindig en de mogelijkheden lijken grenzeloos. Samenleving 3.0 staat voor de deur.